Een verstandig kind kan zich heel dom voelen
De voorbije weken was bovenstaande zin van toepassing bij meerdere kinderen uit mijn omgeving. Hoogbegaafde kinderen denken en redeneren vaak op een andere manier dan hun leeftijdsgenoten. Tijdens wiskundelessen weten zij het antwoord soms precies ineens zonder dat ze echt kunnen uitleggen hoe ze tot dit antwoord zijn gekomen. Tijdens taallessen begrijpen ze soms een ogenschijnlijk makkelijke opdracht niet. Ze vinden het vaak heel moeilijk om een antwoord gestructureerd op papier te krijgen. Ondanks een juist antwoord halen ze dan ook regelmatig niet het maximum aantal punten op die vragen. Dit vinden ze dan onrechtvaardig en zo’n situatie maakt hen wel eens opstandig en tegendraads. Het gebeurt wel eens dat ze er volledig de brui aan geven.
Er zijn in meerdere scholen en gezinnen al talloze en eindeloze discussies geweest over de zin en onzin van tussenstappen en splitsbeentjes bij rekenen. Wiskunde draait echter om meer dan de uitkomst alleen. Natuurlijk is het knap dat een 5-jarige zomaar weet hoeveel 8 + 6 is. Toch is het belangrijk dat hij of zij op een bepaald moment kan uitleggen en verwoorden waarom dat zo is. Wiskundig denken wordt zo ontwikkeld. Maar eens hij of zij weet en begrijpt én kan laten zien hoe het werkt mag deze in hun ogen zinloze en overbodige tussenstap op papier wel weggelaten worden. Eens de oefeningen moeilijker en complexer worden kan deze techniek terug bovengehaald en toegepast worden.
Tijdens hun schoolcarrière wordt dit gestructureerd denken en noteren steeds complexer. Vele wegen leiden naar Rome maar sommige technieken zijn nu eenmaal efficiënter. Het is belangrijk dit samen met hen te bespreken om hun motivatie hoog te houden. Het verwoorden van verwachtingen en de reden erachter ten aanzien van hun notatie mag dan ook niet ontbreken. Vaak helpt het om de zin van bepaalde zaken te duiden door een veel moeilijkere oefening boven hun niveau te laten zien. De meeste hoogbegaafde kinderen denken topdown en hebben behoefte aan overzicht of een einddoel vooraleer te kunnen of willen fragmenteren.